woensdag 6 november 2024 om 19.30 uur

Vredekerk
Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel
Tekst(en): Spreuken 6: 6-19 & Marcus 4: 26-34
Ouderling(en): Peter Keijzer
Organist: Jobje Versteeg-Zuur

Beamer: Edwin Bongaards
Streamer: Evert vd Berg
Collecte: 1. Voedselbank Westland, 2 de kerk
Locatie: Vredekerk

Wilt u meeluisteren? Klik op het oortje voor de Vredekerk:   
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo:   of via 

Dankstond voor gewas & arbeid

Orde van dienst:
Orgelspel
Welkom
Intochtspsalm 67: 1 + 2
God zij ons gunstig en genadig.
Hij schenke ons ’t gezegend licht
dat overvloedig en gestadig
straalt van zijn heilig aangezicht:
opdat hier op aarde / elk uw weg aanvaarde
en tot U zich wend’,
zo, dat allerwegen / ieder volk de zegen
van uw heil erkent.

De volken zullen U belijden,
o God, U loven al tezaam!
De landen zullen zich verblijden
en juichen over uwe naam.
Volken zult Gij rechten, / hun geding beslechten
in gerechtigheid,
volken op deze aarde, / die uw arm vergaarde,
die Gij veilig leidt.

Stil gebed
Bemoediging en groet
Vervolg intochtspsalm 67: 3
De aarde heeft de vrucht gegeven,
die door de hemel werd verwekt,
en uit haar schoot ontspruit nieuw leven
waar God zijn hand houdt uitgestrekt.
God is ons genegen, / onze God geeft zegen,
Hij die alles geeft,
Hij zal zijn geprezen, / Hem zal alles vrezen
wat op aarde leeft.

Gebed
Lied 827: 1 + 2 + 4
Mensen, wij zijn geroepen om te leven!
Hoog is de hemel boven ons verstand
en onder onze voeten hier beneden
de goede grond, het groene moederland.

God onze toekomst, God is onze Vader,
Hij is het licht voor onze dagen uit.
De hele wereld leeft van zijn genade,
Hij gaf de aarde en Hij geeft de tijd.

Ja, wij zijn allen kinderen der belofte,
kinderen van de dag die komen zal,
als Hij, de Zoon, de zon, daalt uit de hoogte,
roepend van recht en vrede overal!

Lezing uit het Oude Testament: Spreuken 6: 6-19
6Ga naar de mieren, luiaard,
kijk hoe ze werken en word wijs.
7Hoewel er onder hen geen leider is,
geen aanvoerder, geen koning,
8halen ze in de zomer voedsel binnen,
leggen ze in de oogsttijd een voorraad aan.
9Hoe lang nog, luiaard, blijf je slapen,
wanneer kom je uit bed?
10Nog even dan? Nog even slapen, nog een beetje rusten,
een ogenblik nog blijven liggen?
11Armoede zal je overvallen als een struikrover,
gebrek je neerslaan als een bandiet.
12Een nietsnut, een kwaadaardig mens,
strooit voortdurend leugens rond.
13Hij knijpt heimelijk zijn oog dicht,
geeft een tikje met zijn voet, een verborgen vingerwijzing.
14Zo iemand zit vol leugen en bedrog,
is altijd uit op kwade zaken,
zaait voortdurend tweedracht.
15Daarom gaat hij plotseling ten onder,
daarom komt hij ten val, in een oogwenk,
en hij komt het niet te boven.
16Zes dingen haat de HEER,
zeven dingen zijn Hem een gruwel:
17ogen die hooghartig kijken en een tong die liegt,
handen die onschuldig bloed vergieten
18en een hart dat op het kwade zint,
voeten die zich naar de misdaad reppen
19en getuigen die bedriegen, altijd liegen,
en zij die stoken tussen broers.

Lied 654: 1 t/m 3
Zing nu de Heer, stem allen in
met ons die God lofzingen,
want Hij deed ons van het begin
verrukkelijke dingen.
Hij heeft het menselijk geslacht
in ’t licht geroepen en bedacht
met louter zegeningen.

Maar wij verkozen ’t duister meer
dan ’t licht door God geschapen
en dwaalden weg van onze Heer
als redeloze schapen.
Wij hebben dag en nacht verward,
de nacht geprezen in ons hart
en onze dag verslapen.

Voor ’t leven hebben wij de dood,
het lege niets verkozen,
voor vrede vreze, steen voor brood,
voor ’t eeuwig goed de boze.
Wij hebben onze ziel verkocht
van ademtocht tot ademtocht
aan die genadeloze.

Lezing uit het Nieuwe Testament: Marcus 4: 26-34
26En Hij zei: ‘Het is met het koninkrijk van God als met een mens die zaad uitstrooit op de aarde: 27hij slaapt en staat weer op, dag in dag uit, terwijl het zaad ontkiemt en opschiet, ook al weet hij niet hoe. 28De aarde brengt uit zichzelf vrucht voort, eerst de halm, dan de aar, en dan het rijpe graan in de aar. 29Maar zo gauw het graan het toelaat, slaat hij er de sikkel in, omdat het tijd is voor de oogst.’
30En Hij zei: ‘Waarmee kunnen we het koninkrijk van God vergelijken en door welke gelijkenis kunnen we het voorstellen? 31Het is als een zaadje van de mosterdplant, het kleinste van alle zaden op aarde wanneer het gezaaid wordt. 32Maar als het na het zaaien opschiet, wordt het het grootste van alle planten en krijgt het grote takken, zodat de vogels van de hemel in zijn schaduw kunnen nestelen.’
33Met zulke en andere gelijkenissen verkondigde Hij hun Gods boodschap, voor zover ze die konden begrijpen; 34Hij sprak uitsluitend in gelijkenissen tegen hen, maar wanneer Hij alleen was met zijn leerlingen, verklaarde Hij hun alles.

Lied 65: 5 + 6
Gij komt het dorre land doorschrijden
met water uit uw beek
en tot een rijke oogst bereiden,
uw voetstap maakt het week.
Gij druipt uw zegen in de voren,
Gij roept het kiemend graan;
zo wordt het brood voor ons geboren
waar Gij zijt voorgegaan.

Gij kroont het jaar van uw genade.
Waar Gij getreden zijt
tooit de woestijn zich met een wade,
de heuvels zijn verblijd.
De weidegrond is wit van schapen,
het dal van koren blond.
Dit is het land door U geschapen,
uw lof schalt in het rond.

Overdenking Wie heeft het in de hand?

Meditatieve stilte

Lied 719
Loof God voor de vruchten van boomgaard en land,
loof God voor de boer, op vooruitgang gebrand,
de oogst met de hulp van machines volbracht,
geduldig gedaan met verenigde kracht.

Loof God voor de vruchten van over de zee,
van ver nemen schepen de oogst met zich mee:
verzonden door buren, hun naam onbekend,
gegeven door God die ons allemaal kent.

Loof God voor de vruchten uit aarde en mijn,
ze worden bewerkt tot ze handelbaar zijn:
voor olie, voor ijzer, voor steenkool en goud,
loof God die ze geeft omdat Hij van ons houdt.

Loof God voor de vruchten van kennis en brein,
de drang tot ontdekken van wat er kan zijn:
voor dromen en daden en alles dat leidt
tot een wereld van hoop en van menselijkheid.

Loof God voor de vruchten van liefde alom,
van leiders naar volgers maar ook andersom:
dat ieder geleid wordt, geduldig en goed,
naar vrijheid en dat men zal worden gevoed.

Dank- en voorbeden
Stil gebed, Onzevader
Inzameling van de gaven
Slotlied 972: 6 + 7 + 8 + 10
Heb dank, dat Gij aanvaarden wilt
wat hier een mens van de aarde tilt:
een oogst, een dienst van offerand.
Wij geven ’t U uit uwe hand!

Gij Geest die woorden leven doet
zodat ons oor het woord ontmoet
waarmee Gij roept wat nog niet is,
uw toekomst, uw geschiedenis, –

ontsteek uw licht in onze geest,
zodat ons hart verwonderd leest
wat nog voor ’t oog verborgen ligt
in uw bereik, in uw gezicht;

Geloofd zij God die eeuwig leeft.
Geloofd Hij die zijn leven geeft!
Geloofd Hij die ons leven doet:
één lichaam uit één vlees en bloed.

Wegzending en Zegen
Gezongen Amen


Toelichting collecte
Voedselbank Westland is een vrijwilligersorganisatie die directe voedselhulp biedt aan mensen die het tijdelijk financieel niet redden. Eveneens gaan ze verspilling van goed en voedsel tegen.
Ze streven ernaar om de meest kwetsbaren in het Westland te ondersteunen en hen de zorgen rond voedsel even weg te nemen. Samen werken ze aan een gemeenschap waarin niemand hoeft te lijden onder voedseltekorten.

terug