zondag 15 september 2024 om 09.30 uur

Vredekerk
Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel
Tekst(en): 1 Koningen 19: 1-16
Ouderling(en): Peter Luyendijk
Organist: Jan van Westenbrugge

Beamer: Jeroen Luijendijk
Streamer: Ed Lijster
Bijbellezer: Martin Hulscher
Collecte: 1. diaconie, 2. kerkrentmeesters
Na de dienst: koffie drinken
Locatie: Vredekerk

Wilt u meeluisteren? Klik op het oortje voor de Vredekerk:   
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo:   of via 

Kindernevendienst
Onderwerp: Elia ontmoet God. 1 Koningen 19: 1-16

   
Orde van dienst:
Orgelspel
Hemelhoog 539
Welkom
Intochtslied 283: 1 + 2 + 3
1. In de veelheid van geluiden
    in het stormen van de tijd,
    zoeken wij het zachte suizen
    van het woord, dat ons verblijdt.   

2. En van overal gekomen,
    drinkend uit de ene bron,
    bidden wij om nieuwe dromen,
    richten wij ons naar de zon.
3. Want wij mensen op de aarde
    raken van het duister moe.
    Als uw hart ons niet bewaarde   
    sliepen wij ten dode toe.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Lied 283: 4 + 5
4. Laat uw dauw van vrede dalen   
    in de voren van de tijd.
    Vat ons samen in de stralen
    van uw goedertierenheid.
5. Die ons naam voor naam wilt noemen,   
    al uw liefde ons besteedt,
    zingend zullen wij U roemen
    en dit huis zingt met ons mee!
Kyriëgebed
Lied 326
1. Van ver, van oudsher aangereikt,
    een woord dat toch niet van ons wijkt,
    nabij en nieuw ons aangedaan,
    weer vlees geworden, opgestaan!

2. Dit woord komt tot ons op de wind.
    Het zoekt een huis, een wijs. Het vindt   
    gehoor bij mensen, onderdak.
    Dit woord, dat God van oudsher sprak.

3. Dit woord blijft leven in een lied.
    Waar mensen zingen sterft het niet,
    als adem die de harten voedt,
    als lente die ons bloeien doet.
4. Dit lied dat onze nacht verstoort
    wordt keer op keer als nieuw gehoord.   
    Het breekt zich baan in morgenlicht,
    een nieuwe dag, een vergezicht.

5. Van ver, van oudsher aangezegd,
    een naam, opnieuw op ons gelegd,
    een woord, dat onze monden vult,
    een lied, dat Gods gelaat onthult.

6. O woord, zolang ons toegedaan,
    zet ons opnieuw tot zingen aan:
    gezegend, hier en overal
    die is, die was, die komen zal!

Gebed om verlichting door de Heilige Geest
Kindermoment

Lezing uit het Oude Testament: 1 Koningen 19: 1-16

1Achab vertelde Izebel alles wat Elia had gedaan, ook dat hij alle profeten ter dood had gebracht. 2Toen liet Izebel Elia de volgende boodschap overbrengen: ‘De goden mogen met mij doen wat ze willen als u morgen om deze tijd niet hetzelfde lot ondergaat als zij.’ 3Elia werd bang en vluchtte om zijn leven te redden. Bij Berseba in Juda aangekomen liet hij zijn knecht achter 4en zelf trok hij één dagreis ver de woestijn in. Daar ging hij onder een bremstruik zitten, verlangend naar de dood, en zei: ‘Het is genoeg geweest, HEER. Neem mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn voorouders.’ 5Hij viel onder de bremstruik in slaap, maar er kwam een engel, die hem aanraakte en zei: ‘Sta op en eet wat.’ 6Elia keek op en ontdekte naast zijn hoofd een brood, in gloeiende kooltjes gebakken, en een kruik water. Nadat hij had gegeten en gedronken ging hij weer onder de struik liggen. 7Maar de engel van de HEER kwam terug, raakte hem opnieuw aan en zei: ‘Sta op en eet wat, anders is de reis te zwaar voor je.’ 8Elia stond op, en toen hij had gegeten en gedronken liep hij, gesterkt door dit voedsel, veertig dagen en veertig nachten door de woestijn, tot hij bij de Horeb kwam, de berg van God. 9Daar ging hij een grot binnen om er de nacht door te brengen.
Toen richtte de HEER zich tot hem met de woorden: ‘Elia, wat doe je hier?’ 10Elia antwoordde: ‘Ik heb me met volle overgave ingezet voor de HEER, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’ 11‘Kom naar buiten,’ zei de HEER, ‘en treed hier op de berg voor Mij aan.’ En daar kwam de HEER voorbij. Er ging een grote, krachtige windvlaag voor de HEER uit, die de bergen spleet en de rotsen aan stukken sloeg, maar in die windvlaag bevond de HEER zich niet. Na de windvlaag kwam er een aardbeving, maar in die aardbeving bevond de HEER zich niet. 12Na de aardbeving was er vuur, maar in dat vuur bevond de HEER zich niet. Na het vuur klonk het gefluister van een zachte bries.

Luisterlied 892

13Toen Elia dat hoorde, sloeg hij zijn mantel voor zijn gezicht. Hij kwam naar buiten en ging in de opening van de grot staan. Toen klonk een stem, die tegen hem zei: ‘Elia, wat doe je hier?’ 14Elia antwoordde: ‘Ik heb me met volle overgave ingezet voor de HEER, de God van de hemelse machten, maar de Israëlieten hebben uw verbond met hen naast zich neergelegd, uw altaren verwoest en uw profeten gedood. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.’ 15De HEER zei tegen Elia: ‘Keer terug en ga naar de woestijn van Damascus. Daar aangekomen moet je Hazaël tot koning van Aram zalven. 16Jehu, de zoon van Nimsi, moet je zalven tot koning van Israël, en Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-Mechola, moet je tot je eigen opvolger zalven.

Lied 837: 1 + 2
1. Iedereen zoekt U, jong of oud,
    speurend langs allerlei wegen:
    kronkelig, vreemd, of recht, vertrouwd –   
    Meester, waar kom ik U tegen?
    Eens vindt U ons, bij dag of nacht,
    moe van onszelf en zonder kracht,
    dorstend naar liefde en zegen.
3. Volgen wij, Heiland, niet uw spoor:
    laten wij anderen bloeden,
    geven wij pijn en angsten door -
    neem ons dan onder uw hoede.
    Spreek uw genezend woord vol macht,   
    dan krijgt ons leven nieuwe kracht.
    Spreek, dan keert alles ten goede.
Verkondiging: Een nieuwe wind
Meditatieve stilte
Lied 321
1. Niet als een storm, als een vloed,
    niet als een bijl aan de wortel
    komen de woorden van God,
    niet als een schot in het hart.

2. Maar als een glimp van de zon,
    een groene twijg in de winter,
    dorstig en hard deze grond –
    zo is het koninkrijk Gods.

3. Stem die de stilte niet breekt,
    woord als een knecht in de wereld,   
    naam zonder klank zonder macht,
    vreemdeling zonder geslacht.

4. Kinderen, armen van geest,
    mensen gelouterd tot vrede,
    horen de naam in hun hart,
    dragen het woord in hun vlees.
5. Blinden herkennen de hand,
    dovemansoren verstaan Hem.
    Zalig de man die gelooft,
    zalig de vrouw aan de bron.

6. Niet in het graf van voorbij,
    niet in een tempel van dromen,
    hier in ons midden is Hij,
    hier in de schaduw der hoop.

7. Hier in dit stervend bestaan
    wordt Hij voor ons geloofwaardig,
    worden wij mensen van God,
    liefde op leven en dood.
Afkondigingen / mededelingen
Dankgebed en voorbeden
Stil gebed
Onzevader
Overige mededelingen
Inzameling van de gaven
Tijdens collecte Lied 691
Slotlied 836: 1 +  4  +  5
1. O Heer die onze Vader zijt,
    vergeef ons onze schuld.
    Wijs ons de weg der zaligheid,
    en laat ons hart, door U geleid,
    met liefde zijn vervuld,
    met liefde zijn vervuld.

4. Leg Heer uw stille dauw van rust
    op onze duisternis.
    Neem van ons hart de vrees, de lust,  
    en maak ons innerlijk bewust
    hoe schoon uw vrede is,
    hoe schoon uw vrede is.
5. Dat ons geen drift en pijn verblindt,   
    geen hartstocht ons verwart.
    Maak Gij ons rein en welgezind,
    en spreek tot ons in vuur en wind,
    o stille stem in ’t hart,
    o stille stem in ’t hart.
Zending en Zegen
Gezongen amen

terug